Engelstalige literatuur na 1945 is een driedelig Nederlandstalig overzichtswerk waarin de belangrijkste auteurs en tendensen uit de naoorlogse Engelstalige literatuur voorgesteld worden. In aanvulling op de eerste twee delen, waar de creatieve literatuur centraal stond, gaat deze bundel in op de literatuurwetenschap in Engeland en de Verenigde Staten. Dat gebeurt niet in de vorm van een synthetisch essay, maar via afzonderlijke beschouwingen over een aantal markante literatuur- en cultuurwetenschappers: Homi K. Bhabha, Wayne C. Booth, Peter Brooks, Judith Butler, Shoshana Felman, Stanley Fish, Northrop Frye, Henri Louis Gates, Stephen Greenblatt, Frederic Jameson, Frank Kermode, Paul de Man, Edward Said, Elaine Showalter, Susan Sontag, Gayatri Chakravorti Spivak, Hayden White en Raymond Williams. Zij worden gesitueerd in hun maatschappelijke en wetenschappelijke context en hun belangrijkste werk wordt op een bevattelijke manier besproken. Het geheel is voorzien van een systematische inleiding, en bij ieder hoofdstuk wordt een literatuurlijst gegeven met tips voor verdere lectuur. Op die manier geeft dit boek een veelzijdig beeld van de actuele literatuurstudie in de Engelstalige wereld (en van haar relatie tot de Europese onderzoekstradities): van hermeneutiek tot deconstructie, van klassieke tekstanalyse tot cultural studies en psychoanalytische benaderingen, van postkolonialisme tot ethical criticism en New Historicism.
